Er zijn twee soorten nee-zeggers. Zo heb je kinderen die reageren volgens de spreuk “ ik ben twee en ik zeg nee“. Op alles wat je vraagt of zegt hoor je “nee“. Dit is een zeer frustrerende tijd voor de ouders. Als het om iets leuks gaat, kun je het kind gewoon negeren of bijvoorbeeld zeggen “nou dan doe je toch niet gezellig mee”en vervolgens doorgaan met wat je aan het doen was. Meestal werkt dan de nieuwsgierigheid van het kind om toch mee te doen. Maar denk eraan dat je met het corrigeren van je kind geen nee accepteert en zeker niet gaat lachen. Het enige wat je moet onthouden is; niet toe te geven aan negatief gedrag en het is een fase die ook weer voorbij gaat.
Zo heb je ook kinderen die geen nee durven zeggen. Dit zijn meestal oudere kinderen of jonge volwassenen, in sommige gevallen ook volwassenen. Dit zijn personen die denken dat nee zeggen een ander zal kwetsen, ze willen altijd een ander een plezier doen en denken nauwelijks aan zichzelf. Dit is dus het compleet tegenovergestelde van de egoïstische fase van de tweejarige peuter. Het nadeel bij deze té sociale mensen is dat ze vaak misbruikt worden door hun omgeving. Dringt het eenmaal door of gaan ze zich aan hun eigen gedrag ergeren dan is het vaak moeilijk om te veranderen. Ze moeten leren omgaan met de teleurstelling bij andere mensen als deze opeens totaal onverwacht een “nee” te horen krijgen.