Een neuronen zijn zenuwcellen die tot het zenuwstelsel behoren. Een mens heeft ongeveer één biljoen neuronen. Het grootste deel bevind zich in de hersenen en ruggenmerg, dit noemen we het centrale zenuwstelsel. Neuronen verwerken informatie en signalen van het lichaam, een soort van harde schijf waar informatie wordt opgeslagen en vervolgens uitgeprint. Een van de belangrijkste kenmerken is de prikkelbaarheid van de neuronen. Ze ontvangen signalen en geven deze door. In de hersenen bevinden zich circuits van neuronen die een groot aantal lichaamsfuncties maar ook het denkvermogen regelen. De zenuwvezels halen hun gegevens op bij de harde schijf terwijl ze hun eigen gegevens achterlaten. De kruisende zenuwvezels worden de zenuwbanen genoemd.
De functie van de zenuwbanen is heel belangrijk, treedt hier een storing op dan ontstaan er ook storingen in organen die door de neuronen aangestuurd worden. Storingen in de zenuwbanen en de neuronen kunnen aangeboren zijn maar ook later ontstaan. Dit kan door bijvoorbeeld een ongeval maar ook kan een tumor de functie verstoren als hij de structuur van de zenuwbanen verstoord. Afhankelijk van de plaats waar de beschadiging zich bevindt ondervindt men problemen. Raken de motorische neuronen beschadigd dan kunnen er delen van het lichamelijk functioneren uitvallen. De arts kan aan de uitval zien op welke hoogte de neutronen beschadigd zijn. Hoe hoger de schade van de neutronen zich bevindt in het lichaam hoeveel meer schade men lichamelijk ondervindt. Neuronen kunnen ook langzaam zelf afbreken, de nare gevolgen hiervan zijn duidelijk zichtbaar bij de ziekte van Parkinson.