Navelbandjes worden gebruikt om na de bevalling het naveltje te verbinden. De afgeknipte navelstreng, laat een wond achter die verbonden moet worden. Navelbandjes leg je aan tot het laatste stukje navelstreng eraf valt. Dit gebeurt omdat het laatste stukje opdroogt en er tot slot een mooi naveltje overblijft. Er zijn kraamhulpen die liever gaasjes gebruiken. Dit komt omdat volgens hen een navelbandje broeit en een infectie kan veroorzaken. Er zijn ook luchtdoorlatende navelbandjes, deze lijken ook op gaasjes.
Het is belangrijk dat je de navelbandjes niet te strak ombindt. Ook moet je de navelbandjes op tijd verschonen, bij sommige baby’s komt er namelijk veel vocht uit. Je hoeft de navelbandjes niet overvloedig in te slaan want de navelstreng laat meestal binnen twee weken los. Ook zijn ze goed mee te wassen in een waszakje. Wel met de witte was, het liefste nog met de kookwas. Het is natuurlijk aan de kraamhulp of zij ze wil gebruiken of niet, de meeste maken het schoon met alcohol en verbinden het met een steriel gaasje. Je kunt wel stellen dat navelbandjes eigenlijk niet meer gebruikt worden. Wat je kunt doen is navragen of je kraamhulp ze nodig heeft, dit voorkomt kosten. Als je niet zeker weet wat je voor je baby wilt, kun je een afspraak maken met je verloskundigenpraktijk. Daar kun je overleggen wat de voor- en tegens zijn. Dan kun je zelf beslissen wat je wilt. Navelbandjes zijn meestal per drie verkrijgbaar, je kunt ze in alle babyzaken/ warenhuizen kopen.