Ook kinderen hebben eigen voorkeuren bij eten. Een voorkeur hebben is niet erg als ze al het andere eten niet laten staan. De training voor andere smaken begint al als het kind een paar maanden oud is. Het kind is gewend aan zoet en moet andere smaken leren eten. Veel ouders geven het op als een kind blijft weigeren en gaan uit van het principe, als het kind maar wat eet. Dit moet je nooit doen, je geeft dan het verkeerde signaal af aan het kind. Het kind hoeft niet meteen een complete maaltijd te eten maar wel ander eten proeven. Begin met een paar lepeltjes en voer dit langzaam op.
Kinderen raken snel gewend aan een smaak, het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het kind verschillende soorten eten leert kennen. Wissel regelmatig af, een potje is gemakkelijk maar je loopt het risico dat het kind straks zelf gekookte maaltijden gaat weigeren. Zorg ook hier voor variatie. Bij de eerste boterhammetjes wordt vaak naar zoetigheid als jam, pasta en stroop gegrepen omdat het kind nog stukjes moet leren eten. Het nadeel is dat je dan ook hier terugvalt op de zoete smaak die het kind gewend is. Geef tussendoor ook regelmatig een boterham met smeerkaas of leverworst. De smaak waar het kind mee opgroeit tot het mee gaat eten aan tafel is bepalend voor de voorkeur van het eten later. Je hebt zelf in de hand of je kind een alleseter of een zoetekauw wordt.