Na de geboorte van een baby zal deze door een verloskundige of door een arts direct worden onderzocht. Om snel een indruk te krijgen van de algemene toestand van het kind wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde Apgar-score. De test laat zien hoe een pasgeborene scoort na één minuut, vijf minuten en tien minuten na diens geboorte. Verder geeft de Apgar-score inzicht in de conditie van de baby op vijf vitale criteria. Deze criteria zijn: de ademhaling, de hart- en polsslag, de spiertonus, de reactie op prikkels en de kleur van de huid.
Voor elk criterium kan 0, 1 of 2 punten gescoord worden. De meeste baby’s worden geboren met een Apgar-score die ligt tussen de 7 en de 10 punten. Bij een score van minder dan 4 punten is er direct ondersteunende medische hulp vereist. Vooral de Apgar-score die 5 minuten na de geboorte uit wordt gevoerd is van prognostisch belang voor het verdere beloop van de klinische conditie van de pasgeboren baby. Daarnaast is het een zeer globale maatstaf welke niet veel specifieke informatie geeft. De hartslag en de ademhaling zijn uiteraard het meest van belang.
Het gebruik van de letters van de naam van Dr. Virginia Apgar, die deze test ontwikkelde. zijn een ezelsbruggetje om de criteria eenvoudig te kunnen onthouden. De letter A staat hierbij voor de ademhaling, de P voor de pols- en hartslag, de G voor spierspanning, de tweede A voor Asoect oftewel de huidskleur en tenslotte de R voor de reactie.