Aan het begin van het tweede trimester van de zwangerschap kunnen de meeste ouders pas echt goed van alles gaan genieten. De kans op een miskraan is vanaf nu immers aanzienlijk kleiner geworden. Met een redelijk gerust mag iedereen in de omgeving het nu weten. Een ander voordeel van het einde van het eerste trimester is dat voor een heleboel vrouwen dit betekent dat zij minder, of zelfs geen, last meer hebben van ochtendmisselijkheid en hun lichaam meer aan de hormonale veranderingen gewend is geraakt.
De ongeboren vrucht gaat echter wel gewoon door met zich ontwikkelen en groeien. Aan het begin van de voerde maand is het gezicht bijvoorbeeld al helemaal gevormd. Bovendien kan een vrouw haar ongeboren vrucht in dit trimester voelen bewegen en soms zelfs een beetje contact ermee maken. Men spreekt nu overigens niet langer meer van een embryo, de ongeboren vrucht wordt vanaf nu een foetus genoemd.
Zo rond de twintigste week krijgen de meeste vrouwen een echo om te hunnen controleren of alles in orde is met het kindje. Op deze echo kunnen eventuele aangeboren afwijking vaak al worden gezien. Hierbij kan men aan aandoeningen denken zoals een open ruggetje of een zogenaamde waterhoofdje.
Op een echo zijn in deze periode vaak heel aandoenlijke beelden waar te nemen zoals bijvoorbeeld een duimzuigend kleintje of eentje die naar zijn ouders lijkt te zwaaien. De reflexen van de foetus zijn nu allemaal ontwikkeld en worden optimaal gebruikt. Verder neemt de foetus nu ook slokjes van het vruchtwater.