De voet van een mens is opgebouwd uit totaal zesentwintig botelementen en twee zogeheten sesambeentjes die onder het uiteinde van het eerste middenvoetsbeen in een gecompliceerde eenheid voorkomen. Deze kunnen bij het staan het volledige lichaamsgewicht dragen en dit over allerlei soorten ondergrond laten bewegen. De banden en spieren van een voet zorgen samen met de botelementen dat er in de voet dwarse- en lengtebogen voorkomen. Samen met het capiton (voetvet) zorgen al deze onderdelen ervoor dat er bij iedere stap een schokdemping en vering plaats zal vinden die de dreun van anderhalf tot drie keer het lichaamsgewicht op zal vangen.
Door de steeds langere levensverwachtingen van de mens moeten de voeten ook steeds langer mee. Het zou bijna een wonder zijn wanneer voeten het gehele leven zonder problemen zouden kunnen functioneren. Zo geven platvoeten bijvoorbeeld vaak klachten van vermoeidheid aan de banden en de spieren. Die weer verdwijnen bij rust. Bij ernstige platvoeten zullen de voetbogen verdwijnen en ook de veerkracht van de voet.
Hoewel een hoge wreef er mooi uitziet heeft een holvoet maar weinig draagvlakken waardoor de druk per vierkante centimeter groter wordt en er klachten aan de voorvoet kunnen optreden. Eveneens kunnen er zo hamertenen ontstaan. Een Griekse voet of het syndroom van Morton is het eerste middenvoetsbeen verkort. Hierdoor wordt de tweede teen meestal langer dan de grote teen en kunnen veel klachten ontstaan zoals een hamerteenstand van de tweede teen doordat bijvoorbeeld de schoenen altijd gekocht worden naar de lengte van de grote teen.