Het vormsel (Latijn confirmatio, = bevestigen) is een sacrament waardoor een gedoopte gelovige de kracht van de Heilige Geest zal ontvangen om zijn geloof op een standvastige wijze te kunnen belijden. Het vormsel is gebaseerd op de leer van de apostelen en de bijbel. Samen met de doop en de eucharistie vormt het sacrament van het vormsel samen het geheel van de drie initiatiesacramenten behorende bij de katholieke kerk.
Het vormsel wordt gedaan om de doopgenade te vervolmaken en geeft de Heilige geest aan de vormeling. Daardoor kan deze dieper in het goddelijk kindschap wortelen en wordt deze persoon vaster ingelijfd bij Jezus Christus. De band met de kerk en haar zending wordt erdoor verstevigd. De vormeling wordt geholpen door woord en daad de getuigenis af te leggen van het christelijk geloof.
Bovendien geeft het vormsel de genade om in tijden van verdrukking en vervolging aan het geloof trouw te blijven en voor Christus’ overgeleverde leer te blijven instaan, zelfs wanneer de dood hierop zou volgen. In de middeleeuwen werd het vormsel daarom als een voorname stap beschouwd.
Het eigenlijke ritueel van het vormsel is de zalving met het heilig chrisma van het voorhoofd van een gedoopt persoon in cfombinatie met de hansoplegging door de bedienaar. Hierbij worden de volgende woorden gesproken: Accipe signaculum doni Spiritus Sancti (Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods) of Signaculum doni Spiritus Sancti (zegel van de gave van de heilige Geest).
Elke gedoopte gelovige die nog niet is gevormd, kan en dient zelfs het sacrament van het vormsel te ontvangen. Een kandidaat voor het vormsel moet niet enkel gedoopt zijn maar eveneens het geloof belijden, in staat van genade zijn, de bedoeling hebben het vormsel te ontvangen en voorbereid zijn om een leerling en een getuige van Jezus Christus te worden.