Elke parochie beschikt in de regel wel over boekjes met een aantal vaste teksten met betrekking tot een doopviering. Een aantal parochies bieden eveneens de mogelijkheid om, samen met een werkgroep of de pastoor, als ouders zelf een viering samen te stellen. Op die manier kan men doop van een kindje, of van een volwassene, een persoonlijk tintje geven.
Toch heeft elke doopviering, min of meer, een vaste opbouw en ziet er ongeveer als volgt uit. De doopviering begint met een welkomstwoord aan alle aanwezigen. Daarna volgt de doopgelofte waarin aan de doop van de ouders en de peetouders zal worden herinnerd. De handoplegging is het volgende onderdeel van de doopviering waarbij de dopeling getekend wordt met het kruis. Dit wil zeggen dat het kindje of de volwassene van de pastor een kruisje op het voorhoofd krijgt waardoor deze op wordt genomen in de gemeenschap van gelovigen.
Na een passende tekst uit de bijbel, de geloofsbelijdenis en (eventueel) de naamgeving van het gedoopte kind, vindt pas de doopplechtigheid plaats, de eigenlijke doophandeling. De dopeling wordt gedoopt door middel van overgieting met water. Dit gebeurt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en aan de hand van de zogeheten doopformule welke verwijst naar de tekst van Matteus: Maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest.
Meteen na de doop wordt de dopeling met chrisma gezalfd. Welke vooruit wijst naar het vormsel dat het doopsel later zal voltooien. Doordat het licht het symbool is van de verrezen Jezus Christus krijgt de dopeling een doopkaars welke als teken van licht wordt ontstoken aan de Paaskaars. Met gebeden wordt de dopeling gezegend en welkom geheten als gelovige. De doopviering zal vervolgens gezamenlijk worden beëindigd.