Vergiftiging (intoxicatie) is een toestand welke ontstaat na het in- of opnemen van een zodanige hoeveelheid van een bepaald vergif om symptomen te veroorzaken. Men onderscheidt naast een acute- ook een chronische vergiftiging. Een andere indeling is opzettelijke- en een accidentele vergiftiging, hoewel de meeste vergiftigingen niet opzettelijk gebeuren.
Wanneer een schadelijke stof weer vanzelf uit het lichaam verdwijnt (bijvoorbeeld nicotine) treden er pas klachten op wanneer de opname de uitscheiding genoeg heeft overtroffen om zo boven de symptoomdrempel te komen. Indien de opname de uitscheiding lange tijd overtreft zal er cumulatie (oftewel stapeling) optreden.
De stofwisseling heeft een helboel mechanismen om schadelijke stoffen af te breken of uit te scheiden; in veel gevallen is het voor het herstel genoeg om te stoppen met de verdere inname van de schadelijke stof en het lichaam het verdere werk te laten uitvoeren. Er bestaat soms echter een tegengif of antidotum of kan door bepaalde maatregelen het verwijderen van het gif uit het lichaam versnellen of mogelijk maken.
Bij een acute vergiftiging zullen tamelijk snel klachten ontwikkelen. Het slachtoffer heeft in korte tijd één of meerdere hoge doses van het vergif gekregen. Men moet dan zo snel mogelijk medische hulp zoeken, waarna het slachtoffer zal herstellen of anders overlijden. Chronische vergiftigingen worden veroorzaakt door (jaren)lange opname van geringe hoeveelheden van een vergif. Het slachtoffer krijgt vage klachten welke langzaam erger worden. Het is dikwijls moeilijk een effectieve behandeling hiervoor te geven omdat het vergif meestal reeds lang in heel het lichaam doorgedrongen is.