Een ongeluk zit in een klein hoekje en voor men het weet heeft men iets gebroken, verzwikt of verstuikt. Een breuk, botbreuk of fractuur is het onderbreken van de continuïteit van een bot. Het gaat hierbij niet alleen om een scheur in het bot, maar eveneens om het helemaal in stukken gebroken zijn van een bepaald bot. De oorzaken van breuken van botten kan men onderverdelen in twee grote categorieën. Aan de ene kant als gevolg van grote externe krachten (bijvoorbeeld door een ongeval) die op het bot uit worden geoefend en waartegen het bot niet bestand is.
Aan de andere kant kan er een pathologie van het bot aanwezig zijn (bijvoorbeeld bij botmetastase of osteoporose). Het bot zal hierdoor zo broos worden dat het breekt onder invloed van normale krachten zoals rechtop staan of wandelen. Men spreekt in zo’n geval van een pathologische fractuur.
Een verstuiking, verzwikking of distorsie is in de geneeskunde de benaming voor een letsel aan een gewricht waarbij geen botbreuken op zijn getreden maar wel één of meerdere kapsels, banden of ligamenten zijn gerekt, doorgescheurd of ingescheurd, echter niet zodanig dat er sprake is van ontwrichting, waarbij de vlakken van het gewricht onstabiel tegen elkaar liggen.
Het gewricht dat het meest verstuikt wordt bij mensen is zonder enige twijfel de enkel, maar eveneens de pols is gevoelig voor een verstuiking. Een verstuiking is, in feite, hetzelfde als een verzwikking. Hoewel in de volksmond een verzwikte enkel wellicht wat minder ernstig aandoet dan een verstuikt exemplaar.