Tandsteen is een verharde laag tandplak die uit een laag van mineralen bestaat. In de meeste gevallen manifesteert tandsteen zich als een gele of bruine kleur op de tanden en/of kiezen.
Het kan ook voorkomen dat de tandsteen op of onder de rand van het tandvleesrand gaat zitten waardoor het tandvlees geïrriteerd kan raken. Tandsteen is veel poreuzer dan het tandglazuur. Hierdoor het gemakkelijker verkleuren.
De tandsteen ontstaat in de regel door voedselresten die op de tanden en kiezen achterblijven. Door onder andere het, in de mond, aanwezige speeksel verharden deze voedselresten. Men kan twee soorten tandsteen onderscheiden namelijk: subgingivaal tandsteen en supragingivaal tandsteen. Het subgingivaal tandsteen is een vorm van tandsteen dat een voor een klein gedeelte onder het tandvlees zit. Het supragingivaal tandsteen zit daarentegen boven het tandvlees op de tand of op de kies.
Het speeksel dat zich in de mond bevindt is rijk is aan fosfaat en calcium. Deze zouten kunnen neerslaan op de tanden. De stoffen reageren hier dan met de aanwezige tandplak waardoor zogenaamd tandsteen zal ontstaan op de tanden en kiezen. Een hoge pH-waarde (deze geeft de zuurgraad aan) in de mond leidt tot een versnelde vorming van het tandsteen.
Gaatjes in tanden en kiezen daarentegen worden juist veroorzaakt door een lage pH-waarde. Een onderliggende oorzaak waardoor het tandsteen kan worden gevormd is de hardheid van het water dat men gebruikt of drinkt. Tandsteen kan niet gemakkelijk zelf worden verwijderd. Bij een controle van het gebit zal de tandarts dit dan ook doen.
Tandsteen wordt gevormd door een verharde laag tandplak die bestaat uit een mineralenlaag. Het uit zich vaak als een gele of bruine verkleuring op de tande en kiezen.
De tandsteen kan eveneens onder of op de rand van het tandvlees gaan zitten waardoor het tandvlees mogelijk geïrriteerd zal raken. Tandsteen is qua structuur poreuzer dan het tandglazuur dat de tanden moet beschermen tegen invloeden van buitenaf. Dit heeft tot gevolg dat het tandglazuur gemakkelijker zal verkleuren.
Tandsteen ontstaat doordat er voedselresten op de tanden en kiezen achterblijven na het nuttigen van een maaltijd of een tussendoortje zonder de tanden daarna te poetsen. Die voedselresten kunnen onder andere verharden door in werking van het speeksel dat zich in de mond bevindt. Er zijn twee verschillende vormen van tandsteen te onderscheiden: subgingivaal tandsteen en supragingivaal tandsteen. Subgingivaal tandsteen is een soort tandsteen dat zich een stukje onder het tandvlees bevindt. Het supragingivaal tandsteen daarentegen zit boven het tandvlees op een tand of een kies.
Het speeksel dat zich in de mond bevindt is rijk is aan de zouten fosfor en calcium. Deze zouten kunnen echter neerslaan op de tanden en kiezen .Verder reageren fosfor en calcium met de, op de tanden en kiezen, aanwezige tandplak. Op deze manier wordt de tandplak omgevormd tot het tandsteen. Een hoge pH-waarde (zuurgraad) in de mond zal leiden tot een snellere vorming van het tandsteen. Een andere oorzaak van de tandsteen vorming is de hardheid van het water dat men gebruikt doordat dit de pH-waarde beïnvloedt.