Als een mensenbaby wordt geboren heeft deze meestal nog geen tanden of kiezen. Pas na enkele maanden zullen de eerste tandjes door gaan breken. Op die manier wordt er in de eerste twee jaar van het jonge leven het zogenaamde melkgebit gevormd. Dit gebit is echter niet blijvend. De twintig elementen waaruit het bestaat zullen niet alleen worden gewisseld maar ook worden aangevuld tot men een volwassen, en dus blijvend gebit, ervoor in de plaats heeft gekregen.
Zo rond de zesde verjaardag zullen de voorste melktanden bij de mens er een voor een los gaan zitten en eruit vallen. Op die manier wordt er dan plaats gemaakt voor de definitieve tanden. De melkhoektanden en melkkiezen zullen tussen het tiende en dertiende jaar voor volwassen gebitselementen worden gewisseld. Dit wisselen dient te gebeuren omdat de tanden en kiezen bij de mens niet kunnen groeien. Bij een jong kind is er voor het definitieve gebit nog geen plaats is in de mond.
Het stadium dat zich tussen het begin en het einde van het wisselen bevindt wordt ook wel een wisselgebit genoemd. In een aantal gevallen is het mogelijk dat de definitieve tanden reeds opkomen terwijl de melktanden nog niet uit zijn gevallen. In een dergelijk geval komen de definitieve tanden op achter de melktanden en zullen deze pas naar voren groeien op het moment dat de melktanden uit zijn gevallen.
Ondanks dat het melkgebit zal worden gewisseld voor het definitieve gebit is het toch belangrijk om deze gebitselementen goed te verzorgen.