Tanderosie is het oplossen van het glazuur dat op tanden en kiezen voorkomt door de inwerking van zuur. Het proces voltrekt zich langzaam en is daardoor moeilijk te herkennen. In een vroeg stadium tanderosie herkennen daarom erg belangrijk. Indien de tanderosie niet bestreden wordt dan kunnen zuren het tandglazuur of zelfs blootliggende tandbeen gaan oplossen. Tandmineraal bestaat met name uit fosfaat en calcium en kan eenvoudig oplossen in zuur. Op het moment dat het tandglazuur is oplost dan hebben bacteriën vrij spel en is cariës niet te vermijden.
Tanderosie wordt vaak pas ontdekt in een vergevorderd stadium. Meestal is bij klachten het tandglazuur reeds (voor een deel) verdwenen. De voortanden vertonen dan plekken van slijtage, worden korter en dunner en zullen zelfs doorschijnender gaan worden. De tanden kunnen door het doorschijnende tandbeen er donkerder (geler) uit gaan zien. In tegenstelling tot bij het proces van cariës is de toegebrachte schade door tanderosie niet meer om te keren.
Het herkennen van tanderosie kan gebeuren op basis van de volgende kenmerken: – In het begin zijn de tanden en kiezen zijn glad en dof.
- Langdurige tanderosie kan voor het verdwijnen van het tandglazuur zorgen. Het lichtgele tandbeen wordt dan zichtbaar waardoor de tanden geel ogen.
- Bij een vergevorderde tanderosie zullen vullingen boven het oppervlak van de tand of kies uit gaan steken.
- Het dunne glazuur maakt de tanden en kiezen gevoeliger voor kou en warmte.
Tanderosie kan worden beperkt door bijvoorbeeld niet teveel eetmomenten gedurende de dag te nemen.