Hoewel tanden van een sterk materiaal zijn opgebouwd kunnen tanden en kiezen soms door het uitoefenen van een grote kracht zoals door een val of slag, de tand of kies afbreken. Een afgebroken gebitselement is vaak niet alleen minder mooi om te zien maar kan bovendien ook zorgen voor een snellere aantasting van het gebitselement door ziektekiemen, zuren en dergelijke.
Het is dus van groot belang dat m,en weet hoe te handelen op het moment dat een tand of kies afbreekt. Indien er een stuk van het gebit is afgebroken dan dient men zo snel mogelijk naar een tandarts te gaan. Op het breukvlak kan immers een infectie optreden. Het afgebroken deel van de tand of kies moet men altijd meenemen als dat mopgelijk is. Meestal kan het afgebroken deel weer worden teruggeplaatst en anders wordt de tand of kies gerepareerd met een witte vulling (composiet).
Is er sprake van een afgebroken melktand of melkkies dan doet een tandarts in een groot aantal gevallen niets. Dit heeft te maken met het feit dat een kind deze tand of kies zo rond het zesde jaar zal gaan wisselen voor een blijvend exemplaar. De tandarts beperkt zich hierbij vaak tot het eventueel glad slijpen van de scherpe rand van de afgebroken melktand of melkkies. Hiermee wordt dan voorkomen dat het kind de tong niet beschadigt aan het, in vele gevallen scherpe, breukvlak.
Tanden die te ver zijn afgebroken kunnen in veel gevallen niet gelijmd worden maar vervangen door een kroon of implantaat.