Op het moment dat een vrouw besluit om vrijwillig haar zwangerschap af te breken werd er in het verleden vaak de term abortus provocatus, of kortweg abortus, voor gebruikt. Vandaag de dag wordt er echter door medici liever gesproken over een vrijwillige zwangerschapsbeëindiging. Een andere term die in de medische wereld hier nog wel voor gebruikt wordt is opzettelijke vruchtafdrijving. Welke term men echter ook prefereert men bedoeld ermee het vroegtijdig afbreken van een zwangerschap door medisch ingrijpen.
Men kan tot een vrijwillige zwangerschapsafbreking besluiten om een aantal redenen. Zo is dit, voor een aantal vrouwen, een manier om te voorkomen dat zij moeder zullen worden op een moment dat het hen niet goed uitkomt. Voor andere vrouwen zal de beslissing om over te gaan tot een vrijwillige zwangerschapsbevinding veel ingrijpender zijn en zullen zij dit enkel doen wanneer vast is komen te staan dat hun ongeboren kindje weinig of geen overlevingskansen zal hebben buiten de baarmoeder door een bepaalde aandoening of afwijking.
Een andere reden die men soms aanhaalt om een zwangerschap vroegtijdig vrijwillig af te breken kan zijn dat een jong meisje het slachtoffer is geworden van een (incestueuze) verkrachting welke tot een zwangerschap heeft geleid. Een zwangerschap zou in een dergelijk geval het meisje zowel geestelijk als lichamelijk te veel belasten en zelfs haar fataal kunnen worden. Desondanks zijn er in een heleboel landen en culturen handelingen die leiden tot een vrijwillige zwangerschapsbeëindiging en het ondergaan ervan bij wet verboden en zowel moeder als de aborteur strafbaar.