De menstruatiecyclus is een periodieke verandering in het vrouwelijke lichaam, tussen de puberteit en de menopauze. Deze cyclus heeft met de eicelrijping en het klaarmaken van het lichaam voor een mogelijke zwangerschap te maken. De menstruatiecyclus heeft dus te maken met de vrouwelijke vruchtbaarheid. Een normale menstruatiecyclus duurt gemiddeld 25 tot 35 dagen, maar kan echter uiteenlopen van 21 dagen tot zelfs drie maanden. Het verloop van de menstruatiecyclus wordt aangestuurd door hormonen.
De eerste dag van de menstruatiecyclus is de dag dat de vrouw begint met het verliezen van bloed, het menstrueren. Hormonaal gezien wordt de cyclus in twee delen onderverdeeld. De eerste fase is de zogenaamde folliculaire fase en de tweede, na de eisprong, wordt de luteale fase genoemd. De wand van de baarmoeder zal in de eerste fase van de cyclus dikker worden om zich zo voor te bereiden op de eventuele komst van een bevruchte eicel. Als dit inderdaad gebeurt zal het ontstane embryo zelf stoffen aan maken die ervoor zorgen dat het baarmoederslijmvlies intact blijft.
Vindt er echter geen innesteling plaats dan zal, eveneens onder invloed van hormonen. Het verdikte slijmvlies van de baarmoederwand af worden gestoten en de vrouw weer gaan menstrueren. Een spermacel blijft langer leven een eicel, welke circa 24 uur in leven blijft, en kan in het vrouwenlichaam drie tot vier dagen overleven. Geslachtsgemeenschap tot 4 dagen voor de eisprong en 2 dagen erna kan dus tot een zwangerschap leiden, omdat spermacellen dagen na de geslachtsgemeenschap de eicel nog kunnen bevruchten.