Het premenstrueel syndroom (vaak afgekort als PMS) is een verzameling van klachten of symptomen welke bij bepaalde vrouwen optreden kort voor hun menstruatie. Circa 4 procent van alle vrouwen in de leeftijd tussen de 15 en de 45 jaar heeft last van PMS. Dit percentage hangt echter sterk samen met de criteria die men hanteert. Er is immers geen duidelijke natuurlijke afbakening tussen PMS en een normale situatie, en elke grens welke men tussen normaal en abnormaal trekt is noodzakelijkerwijs gebeurt. Het premenstrueel syndroom hoeft overigens niet gedurende heel de vruchtbare periode aanwezig te zijn. Het is namelijk mogelijk dat PMS pas na het dertigste jaar of na het krijgen van een kind ontstaan.
De voornaamste lichamelijke klachten die geassocieerd worden met PMS zijn hartkloppingen, duizeligheid, hoofdpijn, opgezwollen borsten, een gespannen huid en buikpijn. Geestelijk kan een vrouw van gevoelens van angst, depressie, prikkelbaarheid, nervositeit en agressie last hebben.
Er bestaan een heleboel hypothesen met betrekking tot de oorzaak van dergelijke klachten, welke allemaal naast in de context van een PMS eveneens in gewone of in andere situaties kunnen voorkomen. Geen van de hypothesen is wetenschappelijk erg hard gemaakt. Bepaalde mensen menen dat de wisseling in het gehalte van het hormoon progesteron in de tweede week van de menstruatiecyclus aan de basis ligt van PMS, al weet men niet precies hoe het één leidt tot het ander. Misschien blijft bij vrouwen die te maken hebben met ernstige PMS-klachten deze progesteronspiegel te laag zodat het hormoon oestrogeen de overhand kan houden.