De menopauze treedt op zodra de eierstokken geen vruchtbare eitjes meer in voorraad hebben. Daardoor maakt het vrouwelijk lichaam (vrijwel) geen oestrogenen en progestagenen meer. Het gevolg daarvan is dat het voorplantingssysteem zijn functie verliest. De menopauze kan alleen maar achteraf worden geconstateerd op het moment dat bij een vrouw voor de duur van een jaar na de laatste menstruele bloeding geen nieuwe menstruatie meer op is getreden.
Tijdens de menopauze moet het lichaam van de vrouw zich aan een aantal natuurlijke veranderingen aanpassen. Er kunnen in de hormonale huishouding kunnen vasomotorische symptomen zoals bijvoorbeeld opvliegers en hartkloppingen optreden. Bij een opvlieger zal de vrouw zich plotseling erg warm gaan voelen. Ze gaat op dat moment zweten en kleurt rood in haar gezicht. Tevens kan een vrouw die in de menopauze zit te maken krijgen met psychologische symptomen zoals onder andere last krijgen van een depressie, angstgevoelens hebben en lijden aan concentratiegebrek. Maar ook kan zij last krijgen van urogenitale klachten. Hierbij kan men ondermeer denken aan problemen of pijn met de urinelozing, het ophouden van de urine en ontstekingen aan de urineweg of de genitaliën.
De vrouw kan verder in de menopauze op seksueel gebied met problemen te maken krijgen omdat zij wellicht minder vaak zin heeft in geslachtsgemeenschap dan voorheen, minder snel opgewonden kan raken of niet voldoende vocht in haar vagina aanmaakt tijdens het vrijen om dit zonder pijn te kunnen doen. Sommige vrouwen zullen zich hierdoor minder vrouwelijk of zelfs minder aantrekkelijk vinden voor hun partner.