Apneu (afgeleid van het Grieks ?????? wat als niet ademen vertaald kan worden) oftewel een ademstilstand is een term in de geneeskunde voor een onderbreking van de ademhaling die langer dan 10 seconden duurt. Gedurende een apneu is er geen beweging van de spieren die betrokken zijn bij de ademhaling. De longinhoud blijft in zo’n geval op de eerste plaats gelijk. Een apneu kan zowel vrijwillig verkregen worden (bijvoorbeeld door de adem in te houden), maar eveneens op worden gewekt door bijvoorbeeld het gebruik van alcohol of drugs, door externe lichamelijke factoren (zoals door verwurging), fysieke verwonding, of veroorzaakt zijn door een aandoening op het neurologisch vlak. De meest bekende vorm van apneu is de slaapapneu oftewel het slaapapneusyndroom.
Het slaapapneusyndroom is een term die in de geneeskunde wordt gebruikt voor een slaapstoornis waarbij gedurende de perioden dat men slaap ademstilstanden voorkomen. Iedereen heeft weleens apneu gedurende de slaap. Men spreekt echter van een slaapapneusyndroom (SAS) wanneer dit meer dan vijf stilstanden per uur bedraagt. Het zuurstofgehalte in bloed zal daardoor dalen in de weefsels. Waardoor de hersenen het lichaam een signaal zullen geven om wakker te worden. Na het ontwaken, meestal met een schok, zal de ademhaling weer hervat worden.
Bradypneu of oligopneu is een vertraagde frequentie van de ademhaling waarbij vaak dieper ingeademd wordt (bathypneu). Dit komt bij een uremie, een diabetische coma, een medicijn- of alcoholvergiftiging en een intracraniale hypertensie vaak voor maar eveneens bij een acute aandoening aan de ademhaling zoals het geval is bij astma.