Aan het eind van de puberteit van de mens mag men zich een volgroeide volwassene noemen en stopt men met groeien. Behalve dan de oren, want die blijken gewoon door te blijven groeien heel het verdere leven. Artsen in Japan en Engeland hebben naar de groei van oren onderzoek gedaan en zij ontdekten dat oudere mensen grotere oren hebben dan de jongere generaties. De groei zou gemiddeld 0,2 millimeter per jaar bedragen. Dit komt neer op één centimeter in elke vijftig jaar.
Het hebben van grote oren heeft overigens geen invloed op het gehoor; er hoeft bijna niet vermeld te worden dat slechthorendheid bij oudere mensen aanzienlijk vaker voorkomt dan bij mensen op jongere leeftijd, hoewel ouderen dus gemiddeld de grootste oorschelpen bezitten. Zou men ervan uitgaan dat een oorschelp werkt als een soort schotelantenne dan zou juist een persoon met grote oren beter moeten kunnen horen. Bij luisteren gaat het met name om de gehoorgang en deze zit in het hoofd en dus voorbij de oorschelp.
Wel helpt de oorschelp bij het opvangen van geluiden. Maar waarschijnlijk heeft de grootte daar weinig meer te maken. Dit zou namelijk betekenen dat mensen met flinke flaporen, waarbij de oren ook nog eens meer naar de gehoorgang gericht staan, aanzienlijk beter moeten horen. En dat is niet door de wetenschap aangetoond. In feite hoort men niet met de oorschelp, maar met het binnenoor. Bij een groot aantal dieren heeft de oorschelp echter nog wel nut maar bij mensen feitelijk helaas niet meer.