De tijd dat iemand die doof was, ook doofstom was is voorbij. Tegenwoordig bestaan er verschillende mogelijkheden om mensen die last van doofheid hebben te onderwijzen. Dove kinderen gaan naar school en leren daar alles wat horende kinderen ook leren. Er zijn verschillende soorten onderwijs voor doven, aangepast aan de vorm van hun doofheid. Voor leken is de meest bekende manier het liplezen en de gebarentaal maar doven leren zoveel meer. De tijd dat doven niet naar school hoefden omdat ze toch niets konden horen is voorgoed voorbij, de doven kennen hun rechten en weten wat ze kunnen.
Het liplezen en de gebarentaal zijn slechts een communicatiemiddel, In Nederland alleen zijn al meer dan tienduizend mensen doof. Sommigen zijn doof geboren andere worden door ziekte of geweld van buitenaf op latere leeftijd doof. Naast doof bestaat er ook een groep zeer slechthorenden, zij volgen meestal onderwijs op een school voor slechthorenden maar kunnen soms ook terecht op het reguliere onderwijs. Voor mensen die doof geboren zijn is het leren vaak intensiever, deze kinderen moeten leren om te praten door kijken en voelen. Op de dovenscholen hebben ze speciale afdelingen om dit eerst onder de knie te krijgen.
Naast scholen voor slechthorenden en afdelingen om het spraak/zien te leren aan kinderen zijn er ook doven die naast hun doofheid nog een ander handicap hebben, voor al deze doven met handicap bestaan verschillende afdelingen in de doveninstituten die gericht les geven. Vooral blind en doof kan veel verschillende vormen aannemen, al de lessen zijn aangepast op de diverse hoor en zien problemen. Men gebruikt voelen, liplezen, gebarentaal maar ook het brailleschrift. Maar ook voor meervoudig gehandicapten die naast een lichamelijke handicap aan doofheid lijden zijn er afdelingen.
Het onderwijs voor doven begint al op de peuterleeftijd, waarna kinderen doorvloeien naar het basisonderwijs, gevolgd door het vervolgonderwijs. De lessen worden in tweetalig onderwijs gegeven. Op het doven instituut is gebarentaal de eerste taal, zonder deze basis kunnen kinderen de Nederlandse geschreven taal niet leren. Door gebruik van de gebarentaal als standaardtaal kunnen alle kinderen de lessen ook gemakkelijk volgen.
Het doel van de doveninstituten is de doven volledig te integreren in een horende wereld. Steeds meer doven studeren verder na hun integratie en bezetten steeds meer hoger geplaatste banen. Voor doven die meteen aan het werk willen na het doveninstituut gaat de integratie door tolkproblemen vaak moeilijker.