Bij de ziekte van Parkinson sterven er cellen af. Niet zoals bij Alzheimer de hersencellen, maar nu de zwarte stof in de hersenen. Deze stof wordt afgebroken en veroorzaakt hierna de symptomen van deze ziekte. De zwarte stof zijn zenuwcellen ofwel de substantia nigra.
De oorzaken van Parkinson kunnen verschillend zijn maar zijn in de meeste gevallen onbekend, dan wordt de oorzaal anders genoemd namelijk: idiopathisch. De overige oorzaken kunnen zijn: de erfelijkheid, er zijn zes genen bekend waarop deze ziekte te vinden is en welke mutaties er nodig zijn om dit te ontwikkelen, een metaalvergiftiging, vooral bij mangaan kan deze ziekte optreden, veroudering, de kans op Parkinson neemt toe naarmate men ouder wordt en door een encefalitisinfectie kan men een vorm ontwikkelen die geldt voor de helft van het lichaam waarbij er dus Parkinson optreedt.
Het verloop van Parkinson is vrijwel altijd hetzelfde. In het begin heeft men vooral last van verschijnselen, bijvoorbeeld dat een arm niet meezwaait bij het lopen of heel klein gaan schrijven, aan de ene kant van het lichaam. Naderhand komen de verschijnselen aan beide kanten van het lichaam. Wanner het proces voortzet zal men problemen krijgen met het evenwicht, maar kan nog zelf functioneren. Later zal men dit niet meer kunnen, want zelf functioneren is nu veel te moeilijk en men zal dagelijks hulp nodig hebben. Na deze fase is de laatste fase ingeslagen en is men aan een bed of aan een stoel gebonden en heet men nog steeds veel dagelijkse hulp nodig.