Er kan kanker in het lymfestelsel ontstaan. Eén van de vormen van kanker van het lymfestelsel is de ziekte van Hodgkin. Voor het eerst werd deze ziekte in 1832 beschreven door de Engelse arts Thomas Hodgkin. Daarna zijn nog diverse andere vormen van kanker van het lymfestelsel ontdekt. Deze ziekten vertonen veel gelijkenissen met de ziekte van Hodgkin maar wijken daar ook deels van af. De aandoeningen worden daarom Non-Hodgkin lymfomen genoemd (lymfomen betekent gezwellen van het lymfestelsel).
Evenals bij de overige soorten kanker, is er bij lymfekanker sprake van een niet normale celgroei. Door deze abnormale celgroei worden de lymfeklieren dan ook groter. De gezonde cellen worden door de abnormale cellen verdrongen. Dit leidt tot een verstoring van de functie van de lymfocyten. Hierdoor verliest het lichaam ten dele de afweer tegen ziekteverwekkers en ontstaan er eenvoudiger infecties. Vaak ontstaan Non-Hodgkin lymfomen in de lymfeklieren, maar de ziekte kan eveneens ontstaan in het lymfeweefsel van het maag-darmkanaal, de longen, de lever of het beenmerg. Door middel van de lymfevaten en het bloed verspreiden de zieke cellen zich door het lichaam. Over de oorzaken van de Non-Hodgkin lymfomen is weinig met zekerheid bekend. Net als de andere vormen van kanker zijn de Non-Hodgkin lymfomen niet besmettelijk.
Deze vrij zeldzame ziekten komen in verhouding iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen die ouder zijn dan 50 jaar. Vaak is het eerste symptoom een voelbare zwelling van één of meer lymfeklieren in de hals, oksel of in één van de liezen.