De thermische weerstand, die eveneens vaak aan wordt geduid als een warmteweerstand, hangt samen met de eigenschap van vrijwel alle materialen en stoffen om warmte te kunnen geleiden. Metalen, die goede warmtegeleiders zijn, hebben dan ook een lage weerstand. Lucht en glas zijn daarentegen enkele voorbeelden van slechte geleiders van warmte, dus materialen met een hoge thermische weerstand.
De (soortelijke) thermische geleidbaarheid is een kenmerk van het gebruikte materiaal. De thermische weerstand verschilt afhankelijk van de dikte van de laag materiaal welke men in een bepaalde constructie toe heeft gepast. Deze is dan ook van belang voor de isolatiekwaliteit van de gehele constructie.
Elektriciteit stroomt door een elektrische weerstand wat door veroorzaakt wordt door het spanningsverschil over deze weerstand. Analoog stroomt er warmte door een thermische weerstand en is het gevolg van het verschil in temperatuur. Als men bijvoorbeeld een tweetal platen van uiteenlopende materiaal tegen elkaar kleeft dan moet men de thermische weerstanden onderling optellen. Zet men deze vervolgens naast elkaar dan moet men deze beschouwen als paralelle weerstanden. Hierbij gaat men dan uit van een stabiele toestand in slechts één dimensie.
In het dagelijks leven komt men op tal van plaatsen thermische weerstanden tegen zoals onder andere in de vorm van zekeringen in elektrische apparaten en voertuigen. Deze hebben als belangrijkste functie het beveiligen van het apparaat tegen oververhitting of overbelasting en dus tegen beschadiging. Dergelijke zekeringen zijn te verkrijgen in allerlei uiteenlopende sterktes om op die manier voor zoveel mogelijk verschillende doeleinden in te kunnen worden gezet.