Men kan vandaag de dag op een heleboel verschillende manieren energie opwekken. Zo kan men bijvoorbeeld door verbranding van hout of een andere (fossiele of biologische) brandstof energie opwekken in de vorm van warmte. Deze warmte kan men direct gaan gebruiken of ermee elektriciteit opwekken zoals in elektriciteitscentrales vaak gebeurt.
Een groot nadeel van het opwekken van energie door een verbrandingsproces is dat er in veel gevallen reststoffen worden geproduceerd die schadelijk zijn voor het milieu. Om dit te kunnen voorkomen kan men echter ook andere methodes gaan gebruiken om energie te kunnen genereren. Hierbij kan men denken aan waterkracht-, zonne- of windenergie. Bij deze laatste vorm maakt men gebruik van een windmolen of een windturbine die de kracht van de wind omzet in bruikbare elektriciteit.
Bij een dergelijk proces komen er geen schadelijke stoffen vrij die het milieu kunnen schaden of waardoor men met onverwerkbaar afval blijft zitten. Wel heeft men uiteraard voldoende windkracht nodig om genoeg energie op te kunnen wekken. De kust of een grote open vlakte zijn dan ook de meest geschikte plaatsen voor het opwekken van windenergie. Toch ziet men ook steeds vaker windmolens op hoge gebouwen gemonteerd om in de vraag naar schone energie te kunnen voldoen.
De kosten die een windmolen of een –turbine met zich meebrengen zijn dikwijls erg hoog. Om toch meer mensen van deze energie gebruik te kunnen laten maken hebben verschillende overheden verschillende financiële voordelen in het vooruitzicht gesteld voor zowel particuliere- als commerciële producenten van deze schone energievorm.