Veel elektriciteitscentrales wekken nog altijd vaak elektriciteit op door de verbranding van fossiele brandstoffen zoals steenkool en aardgas. De kosten welke zo’n centrale maakt voor de inkoop van dergelijke brandstoffen is dan ook sterk verbonden met de aardolieprijs welke op de wereldmarkt voor een vat moet worden betaald. Dit is op zich geen probleem ware het niet dat deze olieprijs onderhevig is aan sterke schommelingen. De olie wordt namelijk bijvoorbeeld gewonnen in streken waar de politieke situatie soms onstabiel zijn.
De elektriciteitprijs voor stroom die in België uit het stopcontact komt wordt dus beïnvloed door gebeurtenissen ver weg. Soms kan immers een gering probleem op het politiekvlak reeds een forse prijsstijging van de olie veroorzaken waardoor de energiebedrijven zich genoodzaakt voelen de verhoging aan hun gebruikers door te berekenen. Factoren zoals dreigend terrorisme, natuurrampen en beursspeculaties kunnen de olieprijs, en daarmee de elektriciteitsprijs eveneens beïnvloeden.
Om te voorkomen dat men iedere dag een verschillende prijs voor de gebruikte elektriciteit moet gaan betalen hebben consumenten een contract afgesloten met de elektriciteitsleverancier waarin een prijs is bepaald die men in een eveneens vooraf bepaalde periode gaat betalen voor iedere kWh afgenomen elektriciteit. Daarnaast is het mogelijk om een contract met een energiebedrijf aan te gaan waarin op staat genomen dat de prijs elk halfjaar mag worden aangepast naar boven danwel naar beneden. Het energiebedrijf zal in dit geval de olieprijs van een paar maanden daarvoor als richtlijn gebruiken voor de prijsbepaling van 1 kWh. Dit hoeft niet per definitie voordeliger te zijn.