Met name kleine kinderen imiteren graag het gedrag van hun ouders. Alles wat papa en mama doen, doet het kind na. Dit imitatiegedrag zal men eveneens terugzien in de behulpzaamheid die een peuter soms al kan laten zien. Peuters kunnen namelijk al momenten hebben waarop ze ziets liever doen dan helpen met allerlei kleine klusjes in en om het huis.
Zo is samen de tafel afruimen één van de karweitjes waar peuters vaak wel voor te vinden zijn evenals het werken in de tuin of het wassen van de auto. Door deze behulpzaamheid zal het kind niet alleen meer vaardigheden kunnen leren maar ook steeds meer zelfvertrouwen en eigenwaarde opbouwen. Zeker wanneer ouders ook nog eens hun waardering uitspreken over deze bijzondere hulp van het kind.
Maar ook als kinderen groter worden zijn ze vaak nog erg behulpzaam. De klusje4s worden nu al wel wat moeilijker en soms kunnen er zelfs al karweitjes alleen op worden geknapt zoals de afwas doen, de stoep vegen of de bladeren in de tuin bij elkaar harken in het najaar. Voor veel kinderen is een dergelijke vorm van behulpzaamheid heel normaal. Ze zien immers niet anders van hun ouders die dag in dag uit voor hen en de rest van het gezin in de weer zijn.
Bij pubers kan de behulpzaamheid soms wat afnemen omdat zij meer en meer met zichzelf bezig zijn en zichzelf als het middelpunt van alles zien. Een puber kan zelfs soms weigeren om mee te helpen in het gezin.