Babysmeer, ook wel huidsmeer genoemd, is dat dun vettig laagje dat op de huid, het gezichtje en zelfs de haartjes van een pasgeboren baby zit. Dit witte laagje, staat in de wetenschap bekend als vernix caseosa (letterlijk vertaald betekent dit: op kaas lijkend smeer), is niet zomaar een overbodig restje dat overbleef bij de geboorte maar heeft wel degelijk een heleboel nuttige functies. Direct het babysmeer afvegen is dan ook als het wegdoen van een cadeautje van moeder natuur.
Een van de meest genoemde functies van het babysmeer is de regeling van de temperatuur. Net zoals de meeste langeafstandszwemmers zich insmeren met een bepaald soort vet om op die manier hun lichaamstemperatuur op peil te kunnen houden krijgen ongeboren kinderen vanaf ongeveer de vijfde zwangerschapsmaand een laagje babysmeer om zich heen om na de geboorte niet al te snel af te gaan koelen. Toch is dit niet de meest belangrijke reden voor het ontstaan van het babysmeer.
Dit is namelijk de functie van glijmiddel. Met andere woorden: het kindje is door de natuur voorbereidt op de komende geboorte door het te voorzien van een laagje vet dat het geboorteproces eenvoudiger moet maken. Sommige mensen denken eveneens dat het babysmeer een taak vervult op het gebied van de bescherming van de baby tegen het aanwezige vruchtwater in de baarmoeder. Maar daar is niet iedereen het mee eens. Wanneer dit namelijk zo is, stelt men zich namelijk weer de vraag waarom het pas tot de vijfde maand duurt voordat het babysmeer ontstaat.