Op het moment dat een baby een leeftijd heeft bereikt van zo’n zes maanden dan is hij, of zij, in staat om te kauwen. Soms zelfs heeft het kleintje op deze leeftijd ook al een aantal tandjes van het melkgebit in zijn mondje staan. Men kan dus met een gerust hart wat zacht voedsel aanbieden waarin kleine stukjes zitten.
In het verleden werd gedacht dat men baby’s eerst van een lepeltje moest leren eten voordat er over kon worden gegaan naar het eten van voedsel dat gekauwd diende te worden. Een baby heeft echter rond de leeftijd van zes maanden in de gaten gekregen hoe het voedsel gekauwd moet worden. In tegenstelling tot wat vroeger dus werd gedacht hoeft men niet eerst met gepureerd voedsel in de weer te gaan zoals een fruithapje, een groentehapje of een papje gemaakt van rijstebloem.
Toch zijn sommige mensen van mening dat de overgang van fles- of borstvoeding naar vast voedsel met stukjes te groot is. Zij houden liever vast aan het geven van een gepureerd fruit- of groentehapje vanaf de derde of vierde maand na de geboorte. Ook het papje van rijstebloem en kleine stukjes brood met smeerkaas- of –worst welke gedoopt zijn in melk zijn geliefde voorlopers op de babyhapjes waarin kleine stukjes aanwezig zijn.
Zodra baby’s tanden krijgen willen ze overigens niets anders dan kauwen. Dit kunnen voedingsmiddelen zijn zoals soepstengels maar ook speeltjes of vingers van hun ouders. Dit helpt namelijk de tanden door het tandvlees en de huid komen