Bij de meeste kinderen komen na een aantal maanden tot een jaar, na de geboorte, de eerste tandjes door. Vaak komen als eerste de centrale melksnijtanden in de onderkaak door. Deze worden gevolgd door de centrale melksnijtanden in de bovenkaak. Alle eerste tanden, die tijdens de eerste twee levensjaren doorkomen vormen het melkgebit. De tandheelkunde spreekt van melkdentitie.. Het vormen van het melkgebit begint al rond de vierde maand van de zwangerschap. In de regel worden deze melktanden en -kiezen in het zesde tot twaalfde levensjaar gewisseld voor het volwassen gebit.
Dit volwassen gebit bestaat uit meer en grotere tanden en kiezen. De vorming van het volwassen gebit gebeurt in drie fases:
- De eerste wisselfase: van ongeveer het zesde tot het achtste jaar. Vaak ingeleid door het wisselen van de centrale snijtand in de onderkaak of het doorbreken van de eerste volwassen kies eveneens in de onderkaak. Tijdens deze fase komen ook de volwassen kiezen in de bovenkaak door en wisselen alle snijtanden.
- De rustfase: van ongeveer het negende tot het tiende jaar. Er vindt geen wisseling plaats en er komen geen gebitselementen bij tijdens deze fase.
- De tweede wisselfase: gemiddeld rond het elfde levensjaar. Deze start vaak met het wisselen van de hoektanden in de onderkaak of de eerste kleine kies in de boven of onderkaak. Alle overige melkgebit elementen zullen in de fase worden vervangen door het volwassen gebit. Eventueel breken later, indien de kaak voldoende ruimte heeft achter de achterste kiezen de verstandskiezen door.