Het maag-darm stelsel zorgt voor verwerking, verspreiding en afvoeren van voedingsstoffen. Een goed samenspel is belangrijk. De maag zit tussen de in- en uitvoer in met een belangrijke verwerkingsprocedure in het midden. De eerste aansluiting op de maag is de slokdarm waar het voedsel binnenkomt. In de maag bevindt zich een slijmvlieslaag die bestaat uit miljoenen kliertjes, deze zijn verantwoordelijk voor het produceren van het maagsap. De spieren van de maag mixen, malen en kneden de inhoud. Tussen slokdarm en maag zit een klepje dat opengaat om het eten erdoor te laten. Soms is er een storing waardoor het maagzuur terugloopt in de slokdarm, we spreken dan van brandend maagzuur.
Ook bij de uitgang van de maag bevindt zich een klep. Dit is de toegang naar de twaalfvingerige darm. Het klepje laat beetje bij beetje het eten in de darm verdwijnen om het verwerkingsproces in het darmstelsel voort te laten zetten. Het maag-darm stelsel bestaat uit de slokdarm, maag, dunne darm die is verdeeld in de twaalfvingerige darm – nuchtere darm en kronkeldarm. De dikke darm die is verdeeld in de blinde darm – appendix en karteldarm, en tot slot de endeldarm.
Het maag-darm stelsel is het digestieve systeem, indigestie is het afgeleide woord als er storingen in het stelsel zijn. Het systeem zorgt voor de vertering en opname van voedingsstoffen. Het darmen stelsel beslaat een groot deel van de buikholte, de maag kan ongeveer dertig centimeter lang worden en ligt boven in de buikholte onder het middenrif.