Bij elk bedrijf zijn bedrijfsmiddelen nodig om alles naar behoren te laten verlopen. De belastingdienst verstaat onder bedrijfsmiddelen alles dat men heeft moeten kopen dat niet voor verkoop bestemd is. De huisvesting, inrichting, kantoorbenodigdheden of werktuigen vallen dus bijvoorbeeld onder bedrijfsmiddelen. Een bedrijf dat staat ingeschreven als BV, VOF, CV, als ook een eenmanszaak heeft de mogelijkheid om eventuele investeringen door te schuiven zodat de kleinschaligheidsaftrek verhoogd kan worden.
Aan de kleinschaligheidsaftrek is een maximaal bedrag verbonden van driehonderdduizend euro, houdt hier met de bedrijfsmiddeleninvestering rekening mee. Heeft men voor het bedrijf een auto nodig dan mag men een personenwagen ook onder de bedrijfsmiddelen noteren waardoor ook voor het vervoer een kleinschaligheidsinvesteringsaftrek mogelijk is. Natuurlijk heeft iedereen het liefst alle bedrijfsmiddelen meteen in huis maar belastingtechnisch gezien is het beter om deze investering te spreiden als dit mogelijk is.
Heeft men als startende ondernemer recht op de zelfstandigenaftrek dan kan men in de beginperiode de bedrijfsmiddelen naar eigen inschatting afschrijven. Men kan zo de snelheid waarmee de winst wordt belast beïnvloeden. Het vergt enig rekenwerk om na te gaan of dit voor uw bedrijf de voordeligste manier is. Hoe hoger het bedrag is dat men afschrijft voor bedrijfsmiddelen hoe lager de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wordt, bovendien kan dit gevolgen hebben voor later. Soms is men genoodzaakt om van deze regeling gebruik te maken omdat men de aftrek nodig heeft voor de benodigde bedrijfsmiddelen. Op de site van de belastingdienst kan men diverse tips vinden die vooral voor de beginnende ondernemer van belang kunnen zijn.