Men denkt vaak dat HIV en aids alleen maar in Afrika voorkomt, maar dit komt ook wel eens in de westerse landen voor. Men kan HIV oplopen door onveilige coïtus, ofwel onveilige geslachtsgemeenschap. Natuurlijk, hoewel dit erg onwaarschijnlijk is in de dagelijkse omgang, kan men ook in aanraking komen met HIV door bloed. Men kan door een eigen wond met het bloed van een ander worden geïnfecteerd. Dit laatste kan ook het geval zijn wanneer er sprake is van het gebruik van een onzuivere naald. Men kan hierbij in contact komen met het bloed van een ander en HIV oplopen.
Aids is een ander verhaal, men kan aids krijgen wanneer men van tevoren is geïnfecteerd door het Hiv-virus. Dit virus komt in het lichaam en hierbij gaat het lichaam, door middel van het afweersysteem, anticellen maken. Deze cellen zijn aanwezig tegen de ziekte (ook als deze nog niet actief is). Men kan wel zeggen als men geïnfecteerd is, ofwel seropositief, dan zijn er anticellen tegen het Hiv-virus aanwezig. Wanneer er een test gedaan wordt dan kan men wel testen op de anticellen die aanwezig zijn in plaats van de ziekte zelf. Dus wanneer men seropositief wordt bevonden dan heeft het lichaam al anticellen aangemaakt. Wanneer de ziekte zich uit wordt het aids genoemd, maar wanneer is meestal de grote vraag.
HIV veroorzaakt ook aids doordat het bepaalde cellen aanvalt, de CD-4 T-cellen. Dit zijn de cellen die onder andere zorgen voor het behoud van het immuunsysteem, dus zijn heel essentieel.