Aardgas is geen pure stof maar een mengsel dat bestaat uit een aantal verschillende gassen waaronder: methaan, propaan en butaan. Daarnaast bevat aardgas nog voor een deel stikstof, zuurstof en kooldioxide. Het meest belangrijke bestanddeel wordt echter gevormd door het gas methaan. Wanneer aardgas als een brandstof gebruikt wordt dan zal er een verbrandingsproces optreden waarbij er een reactie met zuurstof zal worden aangegaan. Bij zo’n proces zullen er een aantal zogeheten broeikasgassen worden gevormd zoals bijvoorbeeld de gassen kooldioxide en stikstof. Bovenal zal een gedeelte van de methaan niet verbrand worden en daardoor alsnog in de lucht terechtkomen.
Doordat het aardgas lichter van gewicht is dan de lucht is het bij het verbranden van het gasmengsel aan te raden om genoeg bovenventilatie aan te brengen in het vertrek waar het proces plaatsvindt. Op deze wijze kan eventueel niet verbrand aardgas worden afgevoerd naar buiten waardoor de kans op ongelukken aanmerkelijk kleiner wordt. Oorspronkelijk is aardgas een stof die geen geur en geen kleur heeft en dat bij kamertemperatuur zeer brandbaar is. Om ongelukken met aardgas te voorkomen is het door de overheid verplicht gesteld om een kenmerkende geurstof aan het gasmengsel toe te voegen zodat men gas dat is ontsnapt of een lekkage op tijd zal ontdekken en passende maatregelen kan nemen om de veiligheid te waarboren.
Het aardgas is op een dusdanige manier samengesteld dat men het bij verschillende temperaturen kan gebruiken en niet zoals propaan en butaan afzonderlijk te maken krijgt met een verandert rendement bepaalde temperaturen.