De meeste woningen zijn van een aardgasaansluiting voorzien. Om het aardgas te vervoeren op een zo veilig mogelijke manier te laten verlopen lopen de meeste gasleidingen onder de grond zodat de kans op beschadigingen zo gering mogelijk zijn Bij ieder pand zit er een afbuiging aan het leidingnet waarlangs het pand een afzonderlijke levering van aardgas krijgt. Deze leidingen zijn volgens een systeem aangelegd waarop men eveneens bijvoorbeeld het riool aan heeft gelegd.
De aardgasleidingen zijn dikwijls van metaal of kunststof vervaardigt omdat bij deze materialen de kans op reactie het geringste is. Aardgas wordt zowel onder druk als in vloeibare vorm vervoerd. Het aardgas dient trouwens te worden opgeslagen in speciaal voor dit doel geproduceerde tanks welke aan strikte voorwaarden moeten voldoen. Tevens kan men aardgas in ondergrondse lagen van gesteenten opslaan welke het gas vast kunnen houden tot het moment dat men het wil gaan gebruiken. Het is dan gemakkelijk weer uit de bodem omhoog te halen en naar de plaats van bestemming te transporteren of het op te vangen in gastanks.
Aardgas dat men door middel van de aansluiting in een woning geleverd krijgt heeft een specifieke geur. Eigenlijk is aardgas bij kamertemperatuur zowel kleur- als geurloos en zeer brandbaar. Door er een kenmerkende geurstof aan toe te voegen heeft de leverancier ervoor gezorgd dat indien er een lek ontstaat dit snel zal worden opgemerkt. De geur van aardgas is zo typisch dat de meeste mensen het hier meteen aan zullen herkennen en maatregelen zullen gaan nemen.