Voor de allereerste keer werd in het Verenigd Koninkrijk waterstof geproduceerd doordat bariumzouten werden verbrand waaruit vervolgens bariumoxide is ontstaan De bariumoxide heeft men daarna opgelost in water waardoor waterstofperoxide werd verkregen. Deze waterstofperoxide is overigens ook te verkrijgen door een proces van elektrolyse en door een autoredoxreactie samen met water. Met een autoredoxreactie wordt een chemische reactie bedoeld waarbij elektronen worden uitgewisseld tussen een aantal diverse watermoleculen.
Tegenwoordig is de methode die het meest toegepast wordt om waterstofperoxide te kunnen maken het anthrachinon- of Riedl-Pffeiderer procedé. Bij een dergelijk procedé zal een anthrachinonderivaat met een katalysator met waterstof worden omgezet in een hydrochinon. Door dit hydrochinon vervolgens met zuurstof of met lucht die erg zuurstofrijk is te laten oxideren zal er opnieuw het oorspronkelijk anthrachinonderivaat ontstaan in combinatie met waterstofperoxide. Momenteel wordt wereldwijd ruim 500.000 ton waterstofperoxide per jaar vervaardigd dat weer gebruikt wordt voor uiteenlopende doeleinden.
Het procedé om waterstof te kunnen produceren brengt trouwens wel de nodige gevaren met zich mee. Het gas is namelijk zeer licht ontvlambaar waardoor men zeker geen open vuur, vonken of brandende rookwaren in de nabijheid mag hebben. Zodra het waterstof ontbrandt bestaat bovendien nog de kans dat dit zal leiden tot een explosie. Er gelden bij de vervaardiging van waterstof dan ook zeer strenge veiligheidsregels zodat het risico op ongevallen terug wordt gebracht.
Wil men waterstof gaan genereren in een waterstof motor dan zal men hier eveneens strikte veiligheidsregels aan moeten verbinden. Zou men dit nalaten dan zou het levensgevaarlijk zijn.