Het symbool voor het chemische element waterstof is de letter H. De letter is de afkorting van Hydrogenium (Latijn). In het periodiek systeem vindt men waterstof op de eerste plaats en heeft als atoomnummer 1. Onder normale omstandigheden kan waterstof dan ook niet in de natuur aan worden getroffen. De reactiviteit van waterstof is echter zodanig hoog dat de stof snel verbindingen aangaat met andere elementen. Waterstof zal onder atmosferische omstandigheden diwaterstof vormen. Deze verbinding wordt echter ook dikwijls als waterstof aangegeven. In heel het universum kan men waterstof als element dat het meest voorkomt beschouwen. Het normale isotoop van waterstof bestaat uit één proton en één elektron en dus geen neutron. Waterstof is het enige element dat zonder de aanwezigheid van neutronen moet stellen. Bij een normale druk heeft waterstof een kookpunt dat slechts 20,28 K bedraagt en een smeltpunt dat op 14,01 K ligt. Waterstof is dus het lichtste gas dat er is.
Reeds in het jaar 1671 werd door de Iers-Engelse chemicus Robert Boyle een brandbaar gas beschreven dat vrijkwam bij een reactie tussen ijzer met een verdund zuur. Desondanks werd pas in 1766 ontdekt dat het om een chemische element ging. Deze ontdekking is uiteindelijk gedaan door de Britse wetenschapper Henry Cavendish na enige experimenten die uitgevoerd werden met kwik. Cavendish besefte echter nog niet dat het zuur de bron van dit element vormde. De wetenschapper vermoedde dat het ijzer hiervoor verantwoordelijk was. De eerste benaming van het nieuwe element werd daardoor brandbaar gas van metalen.