
Hoewel diabetes, ook wel bekend als suikerziekte al lang geleden werd ontdekt is er nog nooit een medicijn uitgevonden dat de ziekte kan genezen. De oorsprong van suikerziekte ligt in de alvleesklier en een verstoorde insuline productie. Doordat de alvleesklier niet genoeg insulinehormonen aanmaakt stijgt het suikergehalte in het bloed waardoor suikerziekte ontstaat. Suikerziekte is een chronische, levenslange aandoening.
Er zijn twee verschillende vormen van suikerziekte, te weten diabetes 1 en diabetes 2. Diabetes 1 ontstaat al op jonge leeftijd. Doordat de alvleesklier bijna geen insuline hormonen aanmaakt moeten kleine kinderen al geïnjecteerd worden met het hormoon om de suiker op peil te houden. Diabetes 2 staat ook wel bekend onder de naam ouderdomssuiker. Bij diabetes 2 kunnen de lichaamscellen minder gevoelig zijn voor de insuline hormonen, ook maakt de alvleesklier soms te weinig hormonen aan. De naam ouderdomssuiker stamt nog af uit de tijd dat diabetes 2 zich pas openbaarde als de mensen de veertig gepasseerd waren. Tegenwoordig openbaart deze vorm van suikerziekte zich echter steeds vroeger.
Mensen met suikerziekte moeten voor de rest van hun leven extra insuline toegediend krijgen. In het geval van diabetes 2 is erfelijkheid een belangrijke factor, ook mensen met overgewicht lopen een groter risico deze ziekte al op jonge leeftijd te krijgen. Diabetes kunnen problemen krijgen met zien, lopen, tintelingen in armen en/of benen en dergelijke doordat er beschadigingen in de bloedvaten en het zenuwweefsel kunnen ontstaan. Een goede en tijdige behandeling kan de kans op deze beschadigingen bijna altijd (gedeeltelijk) voorkomen.