Deze moeilijke woorden zijn te verklaren door middel van het ontleden, want congenitiale, hypo en thyreoidie staan allemaal voor iets anders en vormen zo de klank voor de betreffende schildklierafwijking. Congenitaal wil zeggen dat de afwijking aangeboren is en hypo wijst op het feit dat de afwijking zo werkt dat er sprake is van een werking die niet volledig aanwezig is. Het gedeelte dat overblijft is thyreoidie. Dit geeft aan dat het om de schildklier gaat. Alles bij elkaar geeft een aangeboren te langzaam werkende schildklier aan.
Bij deze afwijking is er sprake van een te langzame wekring van de schilklier. De schildklier produceert nu te weinig schildklierhormoon. Het hormoon dat de schildklier maakt heet het schildklierhormoon, waar er maar liefst drie van zijn. Wanneer de werking van de schildklier achter blijft kunnen er bij kinderen achterstanden oplopen. Zowel motorisch als verstandelijk. Bij kinderen kan men afleiden of er sprake is van deze aandoening door het gedrag. Als men het opvalt dat het kind sloom is, veel huilt, en een trage en moeizame ontlasting heeft kan men actie ondernemen.
De diagnose is meestal snel gedaan, want na zeven dagen na de geboorte nemen ze wat bloed af en kunnen ze de diagnose stellen. Wanneer er sprake is van deze ziekte kan deze behandeld worden door middel van medicijnen, in dit geval vaak tabletten, waarbij het schildklierhormoon in verwerkt is. Het nadeel van deze medicijnen is eigenlijk vrij logisch, want men behoort de tabletten het gehele verdere leven te blijven slikken.