Hartafwijkingen zijn onder te verdelen in een drietal groepen namelijk hartspiercellen die ziek zijn, een beschadiging of bouwfout in het besturingssysteem en aangeboren bouw fouten. Een aantal voorbeelden van aangeboren hartafwijkingen zijn.
Aorta stenose is een klepprobleem waarbij de zakjes niet goed aan zijn gelegd. De klepslippen zijn dikwijls verdikt en deels onderling vergroeid waardoor een vernauwing ontstaat. Transpositie daarentegen is een aangeboren hartafwijking waarbij de aansluiting van de grote vaten niet goed is verlopen. De aansluiting van de longslagader en de lichaamsslagader is omgewisseld. HLHS (hypoplastisch linkerhartsyndroom): bij HLHS zijn de linkerhelft van het hart (vooral de linkerkamer maar eveneens de linkerboezem) en de grote lichaamsslagader (aorta), erg in ontwikkeling achtergebleven.
Bij bepaalde kinderen is de opening in het hart voor de geboorte groter dan nodig is. Het klepje dan dus te klein om na de geboorte de opening af te sluiten. In dat geval spreken we van een atriumseptumdefect of ASD. Het Ventrikelseptumdefect oftewel VSD, is eveneens een aangeboren hartafwijking. In de volksmond wordt vaak gesproken over een gaatje in het hart. Een VSD betreft dan ook een gat in het tussenschot dat de twee hartkamers van elkaar scheidt. Bij een lekkage van de aortaklep kan er bloed terug gaan stromen naar de linkerkamer van het hart terwijl de klep niet eens open staat.
Sommige ritmestoornissen kunnen eveneens het gevolg zijn van een aangeboren hartafwijking terwijl overige ontstaan door prikkeling of beschadiging van buitenaf. Bovengenoemde aangeboren hartafwijkingen zijn overigens slechts een greep uit de vele die er bestaan.