De kenmerken van dementie kunnen op verschillende punten bij de een anders zijn dan bij de ander, in hoofdlijnen kunnen wel een paar aanknopingspunten gegeven worden. Het moeilijkste voor de omgeving is het begin van dementie. Waar moet je op letten en waar ligt de grens tussen vergeetachtigheid en dementie. Vrijwel altijd begint het met dingen vergeten. Dit zijn geen dingen uit het verleden, het lange termijn geheugen is juist vaak verbazingwekkend goed. Het korte termijn geheugen vormt het probleem.
Je kunt een vraag stellen die de dementerende al voor het antwoord is vergeten. De dementerende sluit zich af van samenkomsten, ook familie en gezin omdat een gesprek voeren te moeilijk en vermoeiend is. De dementerende wordt opeens snel boos of heeft geen interesse meer in anderen. In de meeste gevallen langzaam, soms snel vallen verschillende functies uit, men kan geen eenvoudige dingen meer doen, begrijpt steeds vaker iets niet, kan de aandacht niet lang meer op iets gevestigd houden en dwaalt steeds vaker af.
Een onrustige houding vaak zichtbaar aan flitsende blikken of wrijvende handen. Men weet opeens niet meer wat men ging doen of waar men is. Van het ene op het andere moment omslaan van humeur. Vooral in het begin boosheid omdat men zich bewust is dat men dingen niet meer kan herinneren, dit kan zich ook uiten in een angstige of verdrietige houding. Niet te verklaren is de slapeloosheid en het ronddwalen door het huis in de nacht wat bij veel dementerenden schijnt voor te komen.