De brandstoffen zoals men die bij het tankstation of bij de brandstofleverancier kan kopen hebben een prijs die in de meeste gevallen gekoppeld zijn aan de prijs die men op de wereldmarkt voor een vat ruwe aardolie dient te betalen. Een dergelijke koppeling heeft te maken met het feit dat het grootste deel van de brandstoffen die men vandaag de dag gebruikt geraffineerd zijn uit aardolie of gelijk gewonnen worden met de winning van aardolie.
De aardolieprijs is op zijn beurt weer te beïnvloeden door een heleboel factoren waaronder: de politieke situatie in de wereld, weersomstandigheden die de productie of de winning kunnen vertragen of stilleggen maar ook oorlogen en terrorisme kunnen de prijs van aardolie doen stijgen. Als er sprake is van een stijging van de aardolieprijs dan zal men ook voor veel brandstoffen meer moeten gaan betalen.
Toch kunnen de brandstoffen ook nog gaan stijgen door prijsverhogingen van de oliemaatschappijen, de benzinepomphouders of door het verhogen van de accijnzen, belastingen en heffingen welke door de overheid over de brandstoffen worden geheven. De laatste decennia hebben veel overheden de brandstofprijzen gebruikt om de consumenten te ontmoedigen om het gebruik van deze brandstoffen te ontmoedigen en over te stappen op schonere vormen van energie. Bij de verbranding van de meeste gangbare brandstoffen komen immers broeikasgassen zoals kooldioxide vrij. Deze gassen zorgen er in hoge concentraties voor dat de aarde steeds sneller op gaat warmen. Schone en duurzame brandstoffen worden daarentegen door de overheden weer gesubsidieerd en juist in prijs verlaagt.