Men heeft er vast eens van gehoord. Van, voornamelijk de iets ouderen, soortgenoten waarbij van te kennen is gegeven dat er een heupprothese aanwezig is. Deze kan gezet zijn wanneer men een botziekte heeft (gehad), of wanneer men een ongeval of ongeluk heeft gehad en de heup heeft beschadigd. Hierbij meestal zodanig dat het dijbeenbot gebroken is en het sneller is om het bot te vervangen dan het te laten genezen op natuurlijke wijze. Natuurlijk kan men ook last hebben van het bot zelf door misvorming waardoor het lopen onmogelijk tot pijnlijk wordt.
Heupprothesen bestaan voornamelijk uit materiaal roestvrij staal (RVS), titanium of een soort plastic met een hoge dichtheid (polytheen). Deze kunstmatige prothese zorgen nu voor een goede wrijving in de heup enmaken het lopen opnieuw mogelijk.
Men kan tegenwoordig een heupprothese of een kunstheup krijgen wanneer dit nodig is. De procedure is meestal goed geregeld, want men kan naar de dokter stappen en een probleem aankaarten, maar men kan ook door een acuut incident problemen krijgen en hierbij een heupprothese krijgen. De operatie op zich is tegenwoordig een minder zware dan vroeger, want men maakt tegenwoordig gebruik van minimaal invasieve chirurgie. Deze manier van opereren is dus veel beter dan de manieren die vroeger gebruikt werden, want als men kijkt naar de technieken dan zijn deze gebaseerd op veel kleinere sneden in de huid waardoor het genezingsproces veel sneller zal gaan. Dit betekent dan ook een kortere periode in het ziekenhuis en men kan weer sneller op pad.