Een zonnecollector wordt gebruikt om de straling van de zon om te zetten in bruikbare warmte. De warmte welke door een zonnecollector wordt opgewekt kan ingezet worden als proceswarmte voor processen in een bedrijf maar ook voor het opwarmen van kraanwater of voor het verwarmen van een gebouw.
Zonnecollectoren werken als het ware volgens een erg eenvoudig principe. Het is te vergelijken met een metalen object dat voor een bepaalde tijd in de zon laat liggen, dit metaal zal immers net als een zonnecollector, na enige tijd alsmaar meer opwarmen. Een zonnecollector is over het algemeen dan ook van een metaal vervaardigd dat daarbij eveneens een vloeistof bevat. Zodra de zonnecollector door de zonnewarmte opwarmt zal dan tevens de vloeistof, die zich in de collector bevindt, warmte opnemen en transporteert.
Er zijn diverse soorten zonnecollectoren te koop zoals de vlakke plaat collector, vacuüm leidingen welke zijn voorzien van reflectoren, buizenregisters die in grote oppervlakken verwerkt zijn en CPC-collectoren
Een vlakke plaat collector heeft een kern die bestaat uit een zwarte plaat (absorber). Zodra deze absorber in een geïsoleerde bak wordt geplaatst zal er nog meer warmte opgenomen worden in verhouding tot wat er aan de omgeving wordt afgegeven waardoor de temperatuur van de absorber oploopt. Wordt het warmteverschil tussen de absorber en de omgeving groter dan zal er alsmaar meer warmte worden afgestaan. Indien de warmtestroom van de absorber naar de omgeving zo groot is dat die gelijk staat aan de opgenomen warmte dan stop de opwarming van de absorber.