Op het moment dat een pasgeboren baby last krijgt van waterpokken dan heeft hij of zij in de regel nog voldoende antistoffen van de moeder in zijn of haar bloed om de ziekte de baas te kunnen. De moeder dient dan wel waterpokken door te hebben gemaakt in het verleden. Wel bestaat er een kans dat de waterpokken later nog een keer bij het kindje op kunnen treden, dit in tegenstelling tot wanneer men de ziekte pas op latere leeftijd krijgt.
Waterpokken is een virusziekte welke wordt veroorzaakt door het Varicella-Zoster-virus. In de regel is het een tamelijk onschuldige ziekte en wordt er maar zelden een geneesmiddel als het antivirusmiddel Acyclovir gebruikt. Dit zal alleen gebeuren bij : kinderen met een ernstige stoornis van het immuunsysteem, met andere woorden kinderen met eigen afweer die erg slecht functioneert, bij kinderen die veel te vroeg geboren zijn (zeer premature pasgeborenen) of bij patiënten die lijden aan een long- of een hersenontsteking.
Op het moment dat de moeder van een pasgeboren baby tussen de vijf dagen voor de bevalling en de twee dagen erna waterpokken door heeft gemaakt, dient meteen na de geboorte immuun-globuline (dit zijn antistoffen tegen het waterpokkenvirus) bij de baby te worden toegediend, om op die manier te voorkomen dat het kindje eveneens wordt geïnfecteerd.
Mochten er ondanks deze maatregel dan toch nog verschijnselen van waterpokken bij de baby ontstaan, zoals bijvoorbeeld rode blaasjes, koorts en jeuk, dan kan de baby worden behandeld met Acyclovir gedurende zeven tot tien dagen.