Door verschillende nestkasten in de tuin te hangen kun je verschillende soorten vogels aantrekken. Zorg er altijd voor dat de nestkasten tijdig opgehangen worden omdat ook vogels, net als mensen op zoek gaan naar een passende woning om een gezin te stichten. Hang de nestkastjes op een rustige plaats, als er teveel beweging in de directe omgeving is zal de vogel er niet snel zijn nestje in bouwen. Je kunt een vogel niet dwingen om gebruik van je nestkastjes te maken maar door een goede voorbereiding is de kans wel groter.

Een nestkastje moet nooit in de volle zon gehangen worden. Leg geen hulpmaterialen als takjes of stro in een nestkastje, de vogel denkt dan dat het nestkastje al in gebruik is. Het nestkastje moet van binnen schoon en droog zijn, de vogels zoeken zelf het materiaal om de nestkast mee in te richten. Nestkastjes tussen de klimplanten bieden een natuurlijke en voor de hand liggende aanblik, zorg er wel voor dat de aanvliegroute en de opening van het nestkastje vrij zijn van bladeren en takken. Hang nestkastjes hoog genoeg op zodat de vogels veilig kunnen in en uit vliegen, vooral als er jongen zijn kunnen ze gemakkelijk het slachtoffer worden van katten.

Nestkastjes kun je gemakkelijk zelf maken, gebruik hiervoor dik vurenhout. Dik hout heeft een isolerende werking. Het nestkastje kun je lijmen of met spijkertjes in elkaar zetten, let bij spijkers wel goed op dat er geen scherpe puntjes aan de binnenkant van de nestkast komen. Zet het deksel van de nestkastkastjes vast met scharniertjes of borgpinnen zodat je het nestkastje na de broedtijd gemakkelijk kunt schoonmaken. Plaats haakjes aan de achterzijde om de nestkastjes stevig op te kunnen hangen. Gebruik houtlijm die geschikt is voor buiten om het nestkastje te verlijmen en om eventuele kieren mee dicht te maken. Verf alleen de buitenkast van het nestkastje met buitenbeits.

Om pimpelmezen en koolmeesjes aan te trekken kun je ook broedpotten neerhangen. Kies je toch liever voor nestkastjes hang dan nestkastjes neer zonder landingsstokje, de mezen landen en vertrekken vanuit de opening. Maak de opening in het nestkastje niet te groot, een opening tussen de dertig en drie en dertig millimeter is groot genoeg voor de mezen. De opening moet op ongeveer twintig centimeter vanaf de bodem zitten in verband met de ruimte die de meesjes nodig hebben voor het nestje. Zorg voor voldoende ruimte tussen de nestkastjes.