In de meeste gevallen ontstaat trombose in het been. Een bloedstolsel sluit de ader af waardoor het bloed niet meer kan door stromen. Dit veroorzaakt in het eerste geval pijn. Ook al denken de meeste mensen dat trombose altijd begint in het onderbeen, het kan ook in het bovenbeen ontstaan. Dus ook pijn boven de knie kan wijzen op trombose. Lopen gaat moeilijk omdat het been in de eerste plaats vaak te pijnlijk is om op te staan, maar ook het buigen en bewegen op zich gaat moeilijker. Het been begint te zwellen en er kunnen zich rood-paarse verkleuringen gaan vertonen alsof het gekneusd is. Het been voelt warm aan en de huid staat strak.
Omdat de symptomen op meer oorzaken kunnen wijzen dan trombose vindt er altijd onderzoek plaats. Verschillende symptomen van een trombose lijken bijvoorbeeld op gewrichtsontsteking of gordelroos. In de meeste gevallen is een echo voldoende om een trombose te herkennen. Als de diagnose trombose eenmaal gesteld is zal de behandeling snel beginnen, trombose kan gevaarlijk zijn, zelfs levensbedreigend als de bloedprop losschiet ook kan trombose de aderkleppen blijvend beschadigen. Als dit gebeurt wordt de trombose chronisch en is het trombosebeen een feit.
Bij een trombose been ofwel post-trombotisch syndroom heeft men voor altijd opgezwollen en vermoeide benen. In sommige gevallen krijgen trombose patiënten ook te maken met wonden die door de trombose veroorzaakt worden. Deze open wonden zijn tamelijk moeilijk te behandelen. Trombose begint niet altijd in het been, het kan overal in het lichaam opeens ontstaan.