Bij trombose vormen zich bloedstolsels in de bloedvaten of slagaderen. Bloedstolsels in de slagaderen komen minder vaak voor. We noemen dit verschijnsel arteriële trombose. Een bloedstolsel in de slagaderen kan een hart- of herseninfarct veroorzaken. Een meer bekendere en vaker voorkomende trombose is de veneuze trombose. Deze trombose ontstaat in de aderen die naar het hart toegaan en van daaruit naar de longen. De aandoening veroorzaakt trombosebenen en longembolieën. Trombose kan overal in het lichaam ontstaan.
Iedereen heeft een bloedstollingproces in het lichaam, dit is nodig om beschadigingen op een natuurlijke wijze te genezen, een korstje op een wond is een voorbeeld van bloedstolling. Ook inwendig zorgt bloedstolling voor het dichten van beschadigingen zoals een gaatje in de ader na een prik. Als het bloed overdadig gaat stollen dan ontstaat er een bloedprop, als de bloedprop zo groot wordt dat het bloed niet meer door de ader kan stromen is er sprake van trombose. Trombose kan men krijgen als men lang in bed moet blijven liggen of bij lange reizen.
Ook zwangere vrouwen en oudere mensen zijn vatbaarder voor trombose. Als de bloedsomloop vertraagd kan trombose optreden. Een andere oorzaak voor trombose kan aderverkalking zijn, de wanden van de aderen krijgen een afzettingslaagje waardoor de ader smaller wordt en het bloed er steeds slechter doorkan tot het moment dat de ader helemaal dichtslibt. Ook kan het bloed zelf een te hoge stollingsgraad hebben en hierdoor zelf trombose veroorzaken. Trombose is pijnlijk en kan in elke ader en slagader ontstaan.