De rug van een mens moet niet alleen sterk maar ook er flexibel zijn om ervoor te kunnen zorgen dat men rechtop kan lopen maar eveneens goed kan bewegen. Naast de 33 wervels is de rug opgebouwd uit talloze spieren, banden en pezen. Tussen de bovenste 24 wervels bevinden zich een soort schokbrekertjes in de vorm van de tussenwervelschijven.
De rugspieren helpen het geheel overeind te houden waardoor de wervels in staat worden gesteld het ruggenmerg met daarin de talloze zenuwen te beschermen die naar de hersenen lopen en allerlei gebieden in het lichaam aansturen. Aangezien de mens op twee benen loopt zal de rug wel in staat moeten zijn om te buigen en te bukken. De rug mag daarom niet te stram zijn. Verder zal de rug sterk moeten zijn om niet alleen het eigen gewicht maar soms ook andere zware gewichten te kunnen dragen.
Door een onjuiste houding aan te nemen of gedurende langere tijd de rug slechts aan één kant te belasten worden meestal de klachten in de rug, de nek en de schouders van de mens veroorzaakt. Veel van dergelijke klachten kunnen eenvoudig worden voorkomen of, indien nodig, verholpen worden. Door een juiste houding aan te leren en daardoor de rug in een beter houding te plaatsen bij het lopen, zitten en tillen van zware spullen kan deze worden ontzien en zullen de klachten na enige tijd minder worden of zelfs helemaal verdwijnen. De rugspieren zullen dan voldoende sterk worden om (weer) goed te kunnen functioneren.